Weten & Tech

Bart Nijman is een gadgetslaaf

09-12-2009 09:27

Had ik al opgeschept over het feit dat ik sinds gisteren een iPhone heb? Want dat zit dus standaard in het doosje waarin het ding geleverd wordt hè, toestemming om op te scheppen over je iPhone. Ik mag van nu af aan mijn telefoon ook geen telefoon meer noemen, zo begrijp ik. Ik mag alleen nog maar iPhone zeggen. iPhone iPhone iPhone. Van Apple. Apple Apple Apple.

‘Nee, voor mij echt geen iPhone’, riep ik een jaar of wat geleden nog heel vastberaden. Traag, te groot, geen 3G, geen push email, te weinig externe programma’s, te hoge Apple-obnoxiousness en vooral: zo’n tering touchscreen. Niks fijne feedback van die lekkere zachte Nokiaknopjes waar ik al jaren bekend en vertrouwd mee ben. Een glasplaatje kun je krijgen, glanzend emotieloos en vettevinger-gevoelig. Opzouten met dat onding.

Nokia
Maar ieder jaar moet je mobiele abo verlengd worden. Dan mag je voor weinig geld een leuk nieuw toestel uitzoeken. Dat is bij mij al tien jaar een Nokia en ik heb ze alle tien nog want ze zijn niet kapot te krijgen. Maar wat ik deze keer ook probeerde op de T-Mobile website, het meest gunstige abonnement voor mijn ‘belgedrag’ (volgens T-Mobile) was alleen leverbaar in combinatie met een iPhone. En die nieuwe 3GS heeft (de naam zegt het al) 3G. En push email. En een ongelofelijke hoeveelheid externe programma’s. Van Facebook tot Twitterprogramma’s tot nieuwsdiensten en verdomd, als je het ding naar een liedje laat luisteren dat je niet kent, vertelt-ie hoe het heet. Je kunt – uiteraard – zelfs meteen doorklikken naar iTunes om het aan te schaffen. De ‘S’ in de naam staat bovendien ook nog eens volkomen terecht voor ‘Speed’.

Tja, tegen zoveel moois is het moeilijk ‘nee’ zeggen. Dus nu heb ik ook een iPhone. Een toestel dat een wat oudere collega niet eens van de toetsblokkering (glasblokkering?) af weet te krijgen. Een andere collega herkent er niet eens een telefoon in, tot-ie het woord ‘phone’ leest op de achterkant. Maar ik hoor d’r bij. Bij mensen die hippe internetdinges doen, bij snelle journalisten, bij Seatrijdende vertegenwoordigers en bij technologiefetisjisten. Ik loop weer in de pas als toegewijd gadgetslaaf.

Vooruitstrevend
Onderin het doosje zat ook nog een boekje. Geen handleiding, een woordenboekje. Bomvol paarsebroekentermen om als iPhonebezitter nog interessanter te kunnen klinken naar de mensen toe over je ‘mobile internet device’. ‘Uniek’, lees ik uiteraard, maar ook ‘vooruitstrevend’, ‘gebruiksgemak’, ‘revolutionair’ en natuurlijk ‘lifestyle’. Als ik het goed begrijp, is vanaf nu iedere andere gadget gedegradeerd tot een veredeld analoog klokje in vergelijking met de ‘ongeëvenaarde’ iPhone. Maar wat Apple vooral goed speelt is het feit dat ik nu, net als alle andere iPhonebezitters, ben toegetreden tot hun immense promotieleger. Want wie er één heeft, zegt nooit meer ‘gsm’ als hij het over zijn telefoon heeft. Die zegt iPhone, met een blik van tevreden trots.

Het rotding. Met z’n stomme touchscreen.