Jellinek kliniek ten onder aan bizar wanbeleid

16-04-2013 11:06


Hoe kon een luxe verslavingskliniek op Curaçao zo snel in verval raken? Verzekeraars, ex-patiënten en medeoprichters onthullen het bizarre verhaal van de Jellinek Retreat: ‘Een mix van Fawlty Towers en One Flew Over The Cuckoo’s Nest.’ ThePostOnline heeft het insideverhaal.

Vijfsterrenkliniek

Michel van Rijn is vijf kilo afgevallen. “Maar dat hadden er 25 moeten zijn”, stelt de zongebruinde kunsthandelaar (62) aan een tafeltje van café Krom in de Amsterdamse Utrechtsestraat.

Terwijl er een tram voorbij rinkelt, wijst de man die in de jaren tachtig wereldwijd berucht was als ‘s werelds meest succesvolle kunstsmokkelaar naar buiten. “Kijk, daar, op de hoek, daar liep vorige maand Hans van der Togt, en die zág er goed uit, waanzinnig! Ik zei: ‘Hans, wat is er met jou gebeurd? Waar ben jíj geweest?’”

Van Rijn praat over zijn mislukte afkickavontuur in de Jellinek Retreat op Curaçao alsof hij het script voorleest van een aflevering uit een soapserie. De kunstkenner, die tegenwoordig zijn expertise inzet om criminelen uit de kunstwereld te ontmaskeren, checkte vlak voor kerst in bij de vijfsterrenkliniek om te worden verlost van ‘een kleine drankverslaving’ die hij – naar eigen zeggen – had opgelopen als gevolg van het vertrek van zijn twee zoons uit huis.

“Mijn lieverdjes, die boys. Ik had last van het empty nest-syndroom, want ik ben jarenlang vader en moeder tegelijk geweest. En in Nederland duikt iedereen ’s middags na vier uur het café in, om vervolgens rond tien uur ’s avonds kogeltje lam naar buiten te kruipen. Dag in, dag uit. Ik zag mezelf langzaam wegkwijnen, ik werd een dikke oude man.”

Dus toen de dipsomane kunstconnaisseur de drankzuchtige maar zo te zien herboren oud-presentator van RTL 4’s Rad van Fortuin door de Utrechtsestraat zag stiefelen, sprak hij hem aan. “Hans lachte weer en zag er tien jaar jonger uit. Dat wilde ik ook.”

Rum zuipende toeristen

Nog geen maand later zit Van Rijn aan dezelfde tafel in het café, teleurgesteld over zijn mislukte expeditie in de Caraïben. Zijn trip naar de zonnige verslavingskliniek liep uit op een tragikomische ervaring die hij omschrijft als ‘een mix tussen Fawlty Towers en One Flew over the Cuckoo’s Nest’. “Wat ik daar heb meegemaakt grenst aan het krankzinnige. Je gaat naar een dure kliniek om van je verslaving af te komen, zitten er ineens caballero rokende en rum zuipende toeristen bij je aan de rand van het zwembad. Die kwamen uit het nabijgelegen Kura Hulanda resort. Dat was overboekt met toeristen die de kerstdagen in de zon wilden doorbrengen.”

Pardon? Wat is dit voor kroeganekdote? Toch niet, dit is het waar gebeurde verhaal over een verslavingskliniek waar goede bedoelingen uitmondden in verkwisting, wanbeleid en slechte zorg. Michel van Rijn, een man die graag een lyrische hyperbool gebruikt om zijn punt te maken, werpt zich graag op als klokkenluider.

Zes ton subsidie

De Jellinek Retreat is een tropisch paradijs op Westpunt, de noordwestelijke punt van Curaçao. Het oord opende in 2010 zijn deuren voor mensen die verslaafd waren aan seks, drugs of drank, of anderszins niet meer functioneerden als gevolg van mentale stoornissen. Een gemiddeld verblijf duurt gemiddeld vier tot zes weken en kost zo’n 25.000 euro.

De kliniek is een naamloze vennootschap, die voor 65 procent in handen is van Stichting Arkin, waar ook de Nederlandse tak van Jellinek onder ressorteert. Doelstelling van de kliniek was om verslaafden uit hun omgeving te halen en hen in een ver oord onder tropische omstandigheden te laten afkicken. Hierbij werd onder meer gebruik gemaakt van de Minnesota-methode, een spiritueel 12-stappenplan van de Anonieme Alcoholisten, waarbij verslaafde lotgenoten in groepsverband naar genezing streven.

De Nederlandse overheid vond de voorgespiegelde behandelmethode dusdanig veelbelovend dat zij een subsidie van zes ton beschikbaar stelde om de kliniek als onderdeel van het Programma Samenwerking Nederlandse Antillen op te zetten. De verwachting was dat er veel werkgelegenheid zou ontstaan en er een stroom medisch toerisme op gang zou komen.

Samenwerking met hotel

Om de service te optimaliseren werd met het nabijgelegen vijfsterrenhotel Kura Hulanda een infrastructureel samenwerkingsverband afgesloten. Het hotel, in handen van de bekende ondernemer Jacob Gelt Dekker (hij bezit ook een Kuru Hulanda in de hoofdstad Willemstad), leverde diensten en voorzieningen, zoals fitnessapparatuur, massagefaciliteiten, een zwembad en à la carte-maaltijden. Ook kocht het hotel de inventaris voor de kliniek.

De samenwerking werd gerechtvaardigd met het idee de familie van de clientele in hun nabijheid te houden. “Die constructie was nadrukkelijk opgezet om de familie de kans te geven als steun aanwezig te zijn,” aldus Peter Bleeker, die als consultant nauw betrokken was bij het opzetten van de kliniek.

Nobele doelstellingen, maar er blijkt weinig van terecht te zijn gekomen. Van Rijn’s observaties zijn geen particuliere jammerklacht van een aandachtsjunk, maar vinden steun in verklaringen van medepatiënten die tijdens de kerst ook in de kliniek verbleven.

“Wat van Rijn zegt, klopt,” stelt een anonieme Nederlandse ondernemer, die op dit moment met Jellinek Retreat onderhandelt over een compensatieregeling. “Bij mij was het zo, dat mijn behandeling (de man was drankzuchtig, – red.) zelfs werd gestaakt werd, vanwege de komst van toeristen uit het nabijgelegen hotel.” Deze anonieme ondernemer omschrijft de toestand rond de kliniek als ‘een absolute puinhoop’. De client, die al eerder werd behandeld voor een softdrugsverslaving, constateert dat het luxueuze ontwenningshuis zich schuldig maakt aan pushverkoop’. “Ik kreeg de mededeling dat er nog weinig plaatsen beschikbaar waren en dat ik snel moest boeken. Toen ik aankwam viel het me op dat het met die drukte wel meeviel.”

Eén grote bende

Samen met Van Rijn en nog een derde klager, een Belgische ondernemer waarvan de naam bekend is bij de redactie, overweegt hij een rechtszaak te starten vanwege het wanbeleid in de kliniek. Aan de Jellinek Retreat geadresseerde e-mails over de klachten zijn in bezit van ThePostOnline..

Van Rijn: “Het was één grote bende. Een deel van het personeel had niet de benodigde papieren. Het bizarre was dat de Nederlanders daar goed verdienden, maar het plaatselijke personeel voor een hongerloontje werkte. Een meisje kwam twee uur lopend naar haar werk. Echt, koloniale toestanden. De enige psychiater die er nog was barstte zelf in huilen uit. Man, het was zo treurig, ik heb me uit verbijstering helemaal ziek gelachen.”

In café Krom kijken mensen om naar de vol op stoom geraakte Van Rijn. “Ja, ze lieten sukadelapjes uit Nederland invliegen. Ik zei nog tegen de kok: kijk eens om je heen, overal zee! Gooi je hengel uit en je hebt de beste vis op je bord. Ik ben zelf maar naar de visafslag gelopen om fatsoenlijk te kunnen eten.”

Ongeldige papieren

Gaat Van Rijn er nu niet té hard in? Dit blad legde de verhalen van de drie klagers voor aan directeur Jasper ten Dam van de Jellinek Retreat. Die houdt het kort: “Ik ben op de hoogte van de klachten van een gering aantal cliënten. Inhoudelijk wil ik niet op individuele gevallen ingaan, maar momenteel zoeken wij naar passende oplossingen.” Zowel Van Rijn als de Nederlandse ondernemer die anoniem wenst te blijven, laat weten nog geen passend aanbod te hebben gekregen.

Ook Van Rijns opmerking over de behandelbevoegdheid van de staf blijkt geen spookverhaal. Inspecteur Jan Huurman, hoofd van de Inspectie Gezondheidszorg op Curaçao, constateerde begin november dat de behandelende artsen niet over de juiste papieren beschikten om in de kliniek te mogen werken. “Ze hebben nagelaten om zich op een normale manier aan te melden als hulpverlener op het eiland en ze overtraden alle voorschriften rondom de geneesmiddelenvoorziening.”

Huurman legde een van de artsen een verbod op om te werken en de geneesmiddelenvoorraad werd in beslag genomen. Bij een tweede bezoek aan de Jellinek Retreat in december had de kliniek hun zaken beter op orde. “Alhoewel”, stelt de inspecteur, “de psycholoog die de groepsbehandelingen uitvoerde is geregistreerd op het eiland en de geneesmiddelenvoorraad is goedgekeurd, maar de psychiater van de kliniek mag nog steeds niet werken.”

Boetseren

In de Schiedamse werkkamer van Chris Oomen dondert het. De baas van zorgverzekeraar DSW is ook bekend met de klachten over het overzeese afkickresort. “Ik kreeg een telefoontje van een mevrouw die vond dat ze niet goed was behandeld. Deze vrouw vertelde dat ze de eerste week aan haar lot werd overgelaten. Daarna zag ze hulpverleners die werden ingevlogen om na één of twee weken weer te vertrekken. Want dan stonden er weer nieuwe witte jassen klaar.’

Ook de behandeling zelf riep vraagtekens bij de vrouw in kwestie op, vertelt Oomen. “Ze klaagde over het feit dat elke stoornis of verslaving op dezelfde manier in groepsverband wordt behandeld. Ik heb eigenlijk alleen lovende woorden gehoord over het luxe verblijf. Dat is goed bevallen.”

Oomen is verbijsterd als hij de details hoort over de behandeling. “Ze gaan daar in een groep van twintig man wandelen, als dagbesteding. Of ze gaan bijvoorbeeld boetseren.” Hij haalt even adem: “Be-spot-telijk! Is dat nou efficiënt? Draagt dat bij aan de genezing?”

Als de term Minnesotabehandeling valt, de methode waar de AA mee werkt, fulmineert de Zuid-Hollandse verzekeringsbaas: “Je moet toch wel een bijzondere geest hebben als je je aan zo’n behandelmethode wilt onderwerpen.”

Zomeraanbiedingen

De directeur vindt het moreel niet te verkopen dat zijn premiebetalers verplicht moeten bijdragen aan deze uitziekvakanties, terwijl de meesten van hen nooit aanspraak zullen kunnen maken op dergelijke luxezorg. Een behandeling kost 25.000 euro en daarvan moet de patiënt zelf gemiddeld drie- tot vijfduizend euro bijdragen. “Voor veel van mijn cliënten is zo’n eigen bijdrage niet op te brengen, maar ze zijn wel verplicht premie te betalen. Dat klopt niet, het is luxezorg voor enkelingen.” Hij snuift cynisch: “Behalve afgelopen zomer, want toen waren er zomeraanbiedingen, ook zoiets dat ik niet in de zorg vind passen.”

‘Betaal geen cent’

De directeur weigert pertinent om ingediende declaraties van de kliniek te betalen. Hij omschrijft de uitbaters van Jellinek Retreat als ‘de cowboys van Curaçao’. De klachten over de kwaliteit van de behandeling zijn formeel nog niet het grootste probleem. De Jellinek heeft met de Curaçaose dochteronderneming een glibberige commerciële sluiproute gecreëerd om meer geld te verdienen, zegt Oomen afkeurend.

“Verslavingsklinieken zijn zogeheten gebudgetteerde instellingen. Het aantal handelingen en declaraties voor Jellinek is in Nederland wettelijk gemaximeerd, maar met de luxe kliniek op Curaçao kunnen commerciële buitenactiviteiten worden ontplooid die buiten dit systeem vallen, hetgeen in de zorg wordt omschreven als opting out. Door deze activiteiten stijgt de Jellinek boven het wettelijk vastgestelde plafond uit en overtreedt het regels. Ik werk daar niet aan mee. Ik betaal ze geen cent.”

Geconfronteerd met de verhalen dat er met kerst badgasten in de kliniek werden opgevangen, fronst Oomen zijn wenkbrauwen. “Dat zou een bevestiging zijn van het feit dat ze het daar met de zorgverlening niet erg nauw nemen.” Dan, fijntjes: “Ik neem aan dat als mensen de kliniek als hotel gebruiken, er zo nu dan ook wel wat gedronken wordt.”

Anonimiteit

Peter Bleeker, die als adviseur bij de opzet van de Retreat betrokken was, toont zich eveneens verbaasd over de komst van zonaanbidders in een kliniek waar anonimiteit gewaarborgd dient te zijn. “De mensen die wilden afkicken konden baat hebben bij de nabijheid van familie of vrienden, dát was de opzet.” Bleeker wijst erop dat bijvoorbeeld het zwembad gezamenlijk kon worden gebruikt, maar gaat ervan uit dat er ‘een strikte scheiding blijft tussen het Kura Hulanda hotel en de Jellinek Retreat’.

Managing director Henk Scherpenhuysen van Kura Hulanda hult zich in stilzwijgen. “Ik laat mij niet uit over aangelegenheden die de kliniek betreffen. Ik run het hotel, meer wil ik niet zeggen.”

Saillant – volgens Van Rijn – is de positie van Jacob Gelt Dekker. De exploitant van Kura Hulanda zou financieel profiteren van de Jellinek Retreat naast zijn hotel. “Hij vraagt huur aan de kliniek,” zegt Van Rijn. Uit stukken die in de openbaarheid kwamen via een WOB-procedure, blijkt dat Jacob Gelt Dekker een deel van de afkickaccommodatie heeft laten bouwen op het terrein van zijn hotel op Westpunt. “Ja, Jacob G-E-L-D,” tiert Van Rijn.

Blinkend walhalla

Wat verder uit de stukken blijkt is welke bedragen Kura Hulanda stuksloeg om de kliniek in te richten. De interieurmeesters gingen grondig te werk en kochten in bij June-Marie Inc. Designs in Sunrise, Florida. Wie de bonnetjes bestudeert, stapt in een blinkend walhalla van huis-, tuin- en keukenapparatuur. Zo werd er onder meer een love seat van 1820 dollar voor de wachtruimte aangeschaft, alsmede een cappuccinoapparaat van 6223 dollar, een afwasmachine van 5790 dollar en een pizza-oven van 4404 dollar.

Cowboys weren

Koren op de molen van PvdA-Tweede Kamerlid Lea Bouwmeester, die zich al twee jaar druk maakt over de subsidie die aan de Jellinek Retreat is verstrekt. Haar grief is dat zes ton overheidsgeld uitsluitend ten goede komt aan gefortuneerde Nederlandse premiebetalers die zelf hun ticket naar Caraïben kunnen financieren, en de zorg niet beschikbaar is voor mensen met minder geld en de plaatselijke bevolking. Bouwmeester vraagt zich af in hoeverre het programma voldoet aan de doelstellingen om werkgelegenheid en integratie tussen Nederland en Curaçao te realiseren. Op Van Rijns vaststelling dat hoteleigenaar Gelt Dekker geld verdient aan de kliniek, zegt ze: “We willen de cowboys van de markt weren.”

Kliniek gesloten

Als Jacob Gelt Dekker om opheldering over mogelijk dubbelspel wordt gevraagd, reageert hij met een even summiere als verrassende mededeling: “De kliniek is gesloten.”

Navraag bij directeur Ten Dam leert dat Jellinek Retreat inderdaad tijdelijk dicht is. “Wij geloven nog steeds in het concept dat wij op Curaçao hebben aangeboden, maar we moeten ook onder ogen zien dat de (markt)omstandigheden ingrijpend zijn gewijzigd. Daarom is het voor belangstellenden op dit moment niet mogelijk om af te reizen naar onze kliniek op Curaçao.”

Geconfronteerd met deze woorden stelt Gelt Dekker zich in een nieuwe email openhartiger op. “Tenzij het een ongeval betreft betalen de Nederlandse ziektekostenverzekeraars geen behandeling meer in het buitenland. Ook niet aanvullend. Bovendien, de methode van een lange therapie in een gesloten inrichting is deels achterhaald. Jellinek doet nu veel online therapie met een korte dagbehandeling. Het programma wordt voortgezet met een open therapie, nog wel in groepen, vier of vijf maal per jaar, met zelfbetalende patiënten.”

Biertje

In café Krom valt de avond. Op tafel staat koffie. “Die tent op Curaçao moet definitief dicht,” sluit Van Rijn zijn oorlogsverhaal af. Als een van zijn zoons belt, neemt hij op alsof hij zijn nieuwe minnares te woord staat. “Hé lieverdje, kom je er zo aan?” Hij hangt op en zegt: “Jongens, nog een biertje?”

Dit artikel verscheen in het februarinummer van HP/de Tijd en is geschreven door ThePostOnline journalisten Mark Koster en Onno den Hollander.