Bladen

VARA zegt sorry voor grap in Langs de Leeuw

28-05-2013 17:11

De cabaretiers die in de VARA-show Langs de Leeuw een ‘kwis’ verzorgen, hebben hun spijt betuigd voor een grapje in de uitzending van afgelopen zaterdag. De Britse pers reageerde geschokt op een sketch waarin de twee moordenaars van de in Woolwich vermoorde militair figureren. De grappenmakers zeggen in een persbericht van de VARA het te betreuren als mensen zich gekwetst voelen. ”De aanslag in Engeland was schokkend en is een menselijk drama. Dat is niet alleen de publieke opinie, maar ook de mening van de VARA, van Paul de Leeuw en van ons als makers van ‘de Kwis’.”

Eerder liet presentator/bedenker/producent/naamgever Paul de Leeuw al weten dat hij niks met de grap van doen had. “de kwizz is een zelfstandig item in het program waar ik inhoud ook niet van ken. Dont shoot The messenger!”, schreef hij kordaat op Twitter.

Boetekleed

Zijn cabaretiers maken zich er niet zo makkelijk van af en trekken het boetekleed aan. Volgens hen verwerkt iedereen het leed van zo’n aanslag op zijn eigen manier. “Cabaretiers zullen lastige emoties het liefst te lijf gaan door er grappen over te maken. Vaak werkt dat goed. Een belangrijke functie van humor is juist dat het een uitlaatklep vormt. Het geeft lucht. Maar soms werkt het minder goed“, concluderen zij achteraf. “De pijn of de schok die een bepaald voorval teweeg heeft gebracht is dan zo heftig, dat er – voor sommigen – nog geen plaats is voor luchtigheid.”

Ze vinden niet dat de grapp ten koste ging van de omgekomen militair, maar zien wel in dat het een gevoelig punt betreft. “Een heel absurde kant van de werkelijkheid (de krankzinnige aanslag) werd afgezet tegen een heel banale kant van de werkelijkheid (de gekte rond het Eurovisie Songfestival). Als mensen zich hierdoor gekwetst voelen, dan betreuren we dat.”

Verantwoordelijk

De cabaretiers nemen het nog wel even op voor het unieke talent en stellen dat Paul de Leeuw inderdaad niets wist van de grappig bedoelde ‘kwis’: “Wij zijn als makers verantwoordelijk voor wat we doen.”