Bladen

Heleen Mees: ‘Wilders is populair door angst voor China’

14-01-2014 11:54

Dr. Heleen Mees, rentediva, China-kenner en bekend van een bepaald seksschandaal, en Dr. Nout Wellink, de oude DNB-baas, gingen in debat en concludeerden gezamenlijk: die Chinezen moeten we goed in de gaten houden. 10 observaties vanaf de achterste rij in De Balie.

Rotschilds 2.0

1. Vroeger waren het De Joden en de Rothschilds toen werden het de K..Marokkanen, de Roemenen en de Polen. Nu zijn het de Chinezen die we de schuld kunnen geven van de crisis. Althans, dat is de conclusie die je kunt trekken als je maandagavond goed luisterde naar econoom Heleen Mees tijdens een debat in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Niet die belachelijk losse leenmoraal van de bankiers of de slappe eisen die werden gesteld aan het afsluiten van een ranzige rommelhypotheek of onze Westerse decadentie hebben tot een economische Götterdammerung geleid, neen, het zijn die duivelse Chinezen met hun spaarzieke mentaliteit die ervoor hebben gezorgd dat wij nu bijkans droog brood moeten eten.

Hoe dát allemaal kan? Mees keek even opzij naar oud-bankpresident Nout Wellink, de man die haar van repliek moest dienen. Dat komt vooral en alleen door de lage rente politiek van Centrale Bankiers, zoals meneer Wellink en Ben Bernanke. Deze heren zetten de monetaire kraan op met als gevolg dat wij hier in de Westerse wereld bijna allemaal ‘gratis’ een woning konden kopen die we vervolgens gebruikten als ‘pinautomaat.’ Ondertussen belegden die Chinese doerakjes hun spaarcentjes in Amerikaanse staatsobligaties en financiële instituten waardoor we nu zijn overgeleverd aan hardwerkende spaarvarkens uit het Verre Oosten. Mees zei het minder bot, maar dat is wel wat ze bedoelde. (De liefhebbers die meer willen over deze kwestie weten, verwijzen we graag door naar de discussie over de global saving glut).

Werkbeestjes

2. Ook Wellink, die genuanceerder is dan Mees (’Economen die alles precies weten moet je wantrouwen’) kon niet nalaten om te waarschuwen voor een Chinese invasie in de binnenstad van Amsterdam. ’Je moet er toch niet aan denken dat ze met zijn allen naar Amsterdam komen…’ Dat was bedoeld als grap, maar de boodschap was duidelijk. Wat de Islam is voor Geert Wilders zijn de Chinezen voor West-Europese macro-economen. Enge werkbeestjes die ons komen kaalvreten.

3. In de zaal zat ook Marten Mees. Deze seniore strafprocesrechtadvocaat uit een patriciërsgeslacht van zeven generaties vroeg zich af waarom iemand die eigenlijk Heleen Nijkamp heet de naam van zijn familie zomaar in het openbaar mocht gebruiken. ’Ze staat erbij alsof ze haar scriptie komt verdedigen’, vatte hij Mees’ optreden samen.

Communistisch kapitalisme

4. Professor Meindert Fennema, moderator van de avond, was in 1988 in China. Toen trof de op dat moment nog zeer linkse UvA-politicoloog in een fabriek twee communisten met sterk tegengestelde meningen. De ene was een in Chicago opgeleide dame die trots vertelde dat er zóveel goedkope arbeid in China beschikbaar is dat de lonen altijd lekker laag zullen bleven en China daarmee perfect voldoet aan de eisen van een kapitalistische heilstaat. De andere communist, een Maoïstische vakbondsman, gruwelde van de analyse van deze vrijmarktzeloot. Fennema aan Wellink: ’Komt er, zoals Marx zei, ooit nog een klassenstrijd in China?’ Fennema keek naar Mees: ‘Die mevrouw was een type zoals jij, trouwens?’

5. Wellink schrok toch een beetje van de anti-Chinese retoriek. De oud-bankpresident betoogde dat de Chinezen ook calculerende burgers zijn en dat de regering inziet dat de lonen omhoog moeten en de levensstandaard snel moet verbeteren om het volk in toom te houden. Wellink is commissaris bij een grote Chinese bank. ’Je merkt al dat de salarissen omhoog gaan daar. Het kan zo niet doorgaan.’ De vermenging staat en economie moet verminderen, betoogde de voormalige bankbaas. Wellink vergeleek het huidige China met het voormalige VOC. Fennema wijsneusde: ’Ze zoeken naar havens en energie hè.’  Wellink: ’Ja, we komen ‘ze’ wat meer tegen dan vroeger.’

Euro-uitruil

6. Op een vraag uit de zaal van een gefrustreerde ondernemer of Wellink zich schuldig voelde dat hij de gulden tegen een te lage prijs de euro in had gerommeld, verwees hij naar een rapport van het CPB dat hem vrijpleitte. Even later probeerde een andere ondernemer hem de uitspraak te ontlokken of we niet sofort uit die euro moesten stappen. Wellink reageerde daarop met de volgende geestige wisecrack: ’Zouden we dan niet eerst dat gevecht moeten hebben tegen welke koers we hem inruilen?’

7. Uva-studenten van Room for Discussion moeten leren een vraag te stellen en niet laten zien hoeveel ze weten. Een jongen met een matje in zijn nek vroeg met aangeleerd geaffecteerde stemgeluid of de Chinezen (deze zin omvatte achttien bijzinnen) niet meer moesten investeren, aangezien ’ze’ zoveel spaargelden hadden. Het antwoord van Wellink daarop was recht onevenredig aan de langdradige warrige vraagstelling. ’Ja.’

Hogere vennootschapsbelasting

8. Mees en Wellink waren het oneens over de manier waarop we de financiële onbalans in de wereld moeten aanpakken. Mees constateerde dat salarissen als gevolg van het Chinese werkoverschot in de hele wereld laag zijn, maar de bedrijfswinsten hoog. U voelt al aan wat haar oplossing is: hogere vennootschapsbelasting.

Wellink was tegen al te forse lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven: ’Het allereerste wat je nodig hebt is investeringen.’ Mees haalde als verweer een studie uit 1993 aan van Larry Summers, die onlangs werd gepasseerd voor de functie van Amerikaanse bankpresident en Olivier Blanchard, een toenmalige IMF-econoom.

Dit duo meende dat een hogere vraag de wereld uit het crisismoeras zal trekken. Aan de andere kant was er de theorie dat de overwinsten geïnvesteerd moeten worden in innovatie, legde Mees uit. ’Oh, ik moet kiezen uit deze opties, begrijp ik?’, pestte Wellink. ’Ik ben van beiden een beetje.’ Tikje vals: ‘Die studie (van Summers) is al wel een beetje oud hoor’. In de zaal schokschouderde mr. Mees van plaatsvervangende schaamte. ’Dit kán helemaal niet! Wellink is een topeconoom die in de coulissen mee heeft gekeken. Alsof Heleen Mees zich met hem kan meten.’

Leve de oorlog

9. Fennema stelde dat een oorlog een probaat middel is om de economie te stimuleren. Mees zei daarop dat de inval in Irak en Afghanistan niet heeft bijgedragen aan een wereldwijde groei, waarop Fennema riposteerde: ’Te klein, véél te klein.’ Daar moest de zaal om lachen.

10. Waar de zaal nog harder om moest lachen was de opmerking van Heleen Mees dat Geert Wilders zijn populariteit te danken heeft aan de angst voor de Chinese grootmacht. Het was een losse flodder die er zomaar uitfloepte, maar die ze wel meende, verklaarde ze later.

Vanmiddag legt Heleen Mees in een video-interview met ThePostOnline uit wat ze met haar China-opmerking bedoelt en legt ze uit dat zwijgen het beste is in de zaak Buiter.