Weten & Tech

Mans En Garde: Sitewacht

26-04-2014 18:00

objectdarpartmus

 

Rood-9 was de aanduiding voor de verst verwijderde tweemans schuttersput om als BAF-lid met een MAG machinegeweer naartoe te rennen als je uit de drietonner was gesprongen na een snelle rit. Een rit dat de BAF (Back-up Alert Force) vanaf Juliett Papa Kilo (JPK -Johannes Post Kazerne te Havelte) maakte om de SAD (Security Area Detachement) te versterken. De SAD was de harde kern van de buitenringbeveiliging van Object Darp.

In de door een Amerikaans detachement bewaakte binnenring van dit Object lagen kernkoppen voor de Nederlandse ballistische Honest John raketten en de 8 inch (203 mm) nukegranaten voor de M110A2 stukken van onze zware veldartillerie. Als de wachtposten in de buitenring onraad roken, was “SAD eruit” het eerste bevel dat de wachtcommandant gaf. Onraad kon alles zijn van een binnendringend Spetsnaz team of clubje Rote Armee Fraktion, tot een verdwaald hert (koe).

Als de wachtcommandant geen risico’s nam beval hij (via de com) ook “BAF eruit”. Dat laatste leverde dan een minuut of *censuur* later de sprint van een MAG schutter naar Rood-9 op. Voor zover je kon sprinten met een tien kilo wegende MAG, waar voor onmiddellijk gebruik zo’n honderd scherpe rondjes 7,62 mm aan hingen (± drie kilo). Het gewicht van zijn Vietnam stijl flak jacket (± vier kilo) en de rest van de bende die hij om had, maakten hem er evenmin sneller op. De MAG schutters waren misschien wat trager, maar zeker even scherp als de rest. Vrijwel iedere dienstplichtige die Sitewacht heeft gedraaid nam deze taak bloedserieus. Of je nou als hippie of vol van vaderlandsliefde was ingestroomd, kilotonnen bewaken maakte je scherp.

 

Oorspronkelijk werden de nuke opslagplaatsen van de Landmacht bij ‘t Harde, Havelte (Darp) en in Duitsland alleen door Van Heutsz bewakingscompagnieën beveiligd. Als je echter permanent kilotonnen moet bewaken stomp je af. Of je gaat gekke dingen doen. Wat men niet wilde in de buurt van nukes. En zo werd rond 1970 besloten de bewakingslast te verspreiden, en de duur van een wachtperiode te beperken tot een week (al staat me twee weken bij).

Ergens in de eerste helft van 1977 was het onze beurt. ‘Ons’ was de Bravo batterij van de 15e Afdeling Lichte Luchtafweer. De zes Bofors 40/L70 kanonnen en de (vierling) .50s bleven thuis. Zo ook de twee oude M20B1A1 Bazooka’s die we hadden om pantser mee uit te schakelen. De MAGs gingen wel mee. En wat je zelf droeg. Een FAL of een UZI. Daar kreeg je ter plaatse magazijnen met scherp voor. Waar je geen patroontassen meer voor had (rond 1970 afgeschafte Britse 1937 Pattern ‘patroontieten’). Je kon ze wel kwijt in je eveneens uitgereikte coole flak jackets. Dit ‘exclusieve’ Sitewacht-jack van lagen ballistisch nylon hield weliswaar geen 7.62 mm tegen, maar wel granaatscherven.

 

Van links naar rechts, wat FALs, een MAG en een serie UZIs (foto: NIMH)
arsenaalnihm

 

Als jeepchauffeur hoefde ik niet met een MAG naar Rood-9 te rennen, maar reed onze periode voornamelijk billen&bikken van en naar de compound. Nadat we diverse procedures en scenario’s hadden beoefend*, was ik de eerste operationele avond en nacht wel de klos om wacht te draaien op locatie.

Opdracht nummer een van onze wachtcommandant -een beroeps wachtmeester- was de uitgereikte magazijnen met scherp te legen en uit elkaar te halen. Ze bleken vol zand en vuiligheid te zitten. In de praktijk zou hiermee alleen het (verplichte) waarschuwingsschot zijn afgegaan, waarna de patroonaanvoer vastliep. De wachtmeester had duidelijk vaker Sitewacht gedraaid.

Na een groepsgewijze munitie-schoonmaakoperatie verliep de nacht verder zonder inbrekende Spetsnaz of andere onraad. Wel kregen we van de wachtmeester sterke verhalen te horen over wat er in de loop der jaren tijdens Sitewacht zoal aan- of doodgeschoten was binnen de diverse perimeters van de compound. Of wat er plat op de grond werd gesommeerd aan de poort. Het op zijn smoel leggen van een onaangekondigde, bezoekende viersterrengeneraal was het aangenaamste verhaal. Verhalen over gesneuvelde koeien en allerhande wild waren de grimmigste. ‘s Nachts hebben ritselende boomtakken en niet op “halt” reagerend, zich veroerend struikgewas eveneens volmantel te vreten gekregen rond kernwapenopslagplaatsen.

 

De Honest John en M110A2 (foto’s: Legermuseum)
honestjohnlegermuseum

 

M110A2legermuseum

 

Over vreten gesproken. Hier brak als enige keer in deze verder vredig verlopen week de pleuris over uit. Als ik het bikken bracht, zaten daar vaak blikjes Smack (Spam) bij. Jawel, dat ondefinieerbare, onsmakelijke vleesspul. Ter plaatse bakte ik het nog wel eens op en serveerde het tussen twee sneetjes brood als ‘officiersbroodje’. Laat in de week, toen de druk en vermoeidheid van het wachtdraaien, en de talloze alarmoefeningen invloed kregen op het moreel, mocht ik mijn veredelde product niet meer serveren van onze luit. Wat gemor en weerstand opleverde.

Hierbij liet Sld I Mans zich het meest rang-respectloos uit tegen de betreffende officier. Wat hem ter plekke op toiletcorvee kwam te staan. Waarbij geheel volgens de traditie, zijn reinigingsgereedschap uit een tandenborstel bestond. In handen van een getrainde militair, een gevaarlijk wapen, dus ook op zijn knieën voor een toiletpot waren de nukes veilig.

 

Veel meer over Sitewacht in een DplSld verzamelartikel van Frank Oosterboer (.pdf).

 

* Als ik uitleg hoe de SAD en BAF opereerden en zo, kom ik -zoals me bijstaat- ‘voor het vuurpeloton’. Zoiets stond in de geheimhoudingsverklaring die we vooraf moesten tekenen. Althans, zij die geselecteerd waren voor Sitewacht. Een paar lui hoefden- of mochten niet. Of ze hadden een goeie smoes, of ze waren niet in staat om met een tandenborstel Spetsnaz te mollen.

 

Titelfoto: Object Darp rond 1980 – Artillerie Museum, uit artikel Frank Oosterboer

 

Een aflevering van Andere Tijden over het bewaken van kernkoppen.