Minister Lodewijk Asscher vindt dat het weren van buitenlandse haatpredikers uit Nederland ook een verantwoordelijkheid van de islamitische samenleving zelf is. Volgens de minister is het een taak van de moslimgemeenschap dit soort types niet uit te nodigen. Hij zei dat woensdag na afloop van een bijeenkomst met moslima’s in Amsterdam.
Asscher reageerde op de ophef over de geplande komst van drie omstreden buitenlandse imams naar een benefietgala in Rijswijk. Onder de predikers zitten onder meer mensen van wie wordt vermoed dat ze banden hebben met jihadisten en die openlijk waardering uitspraken voor Osama bin Laden. De dag in Rijswijk kwam zodoende bekend te staan als ‘jihadgala’.
De visa van drie predikers werd dinsdag ingetrokken. Inmiddels is er druk beraad geweest tussen de gemeente en stichting Rohamaa, die het islamitische benefietgala organiseert.
Volgens de minister is er onder meer een rol weggelegd voor de islamitische organisaties die zijn verenigd in het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO). “Zij kunnen ervoor zorgen deze griezels niet worden uitgenodigd en kunnen de overheid alerteren als dit soort imams naar Nederland komt”, aldus Asscher, die hierover al een gesprek had met het CMO.
TPO/ANP
