Binnenland

Bikers willen wel uit ‘gewone beslist niet misdadige gezelligheids-motorclubs’ maar durven niet

04-02-2017 08:33

Steeds meer spijtoptanten die motorclubs als No Surrender, Bandidos, Satudarah willen verlaten, kloppen bij de politie aan voor hulp. Deze clubleden zijn ondanks hun angst bereid om aangifte te doen van mishandeling en afpersing binnen hun criminele motorclub.

Dat stelt politiecommissaris Pim Miltenburg, in Nederland verantwoordelijk voor de aanpak van motorbendes, zaterdag in het AD. In kringen van motorclubs als de Hells Angels, No Surrender en Satudarah en Bandidos geldt een strikte zwijgplicht. Ook uitgestapte ex-leden praten niet openlijk over hun eerdere leven als biker. En al helemaal niet met justitie of politie.

Toch komen er barstjes in de ‘omerta’, zo merkt hoofdcommissaris Miltenburg. “Het is nog een klein aantal, maar gelukkig durven leden steeds vaker aangifte te doen.”

De motorbendes die in Nederland actief zijn, tellen volgens de politie veel leden die er eigenlijk uit willen stappen. Uit angst voor de gevolgen durven ze dat alleen vaak niet, zegt Miltenburg.

“Wie wil vertrekken, moet duizenden euro’s betalen”, aldus de politiechef. Volgens justitie is dat precies wat eind vorig jaar op het platteland van Groningen gebeurde met een 47-jarig ex-lid van No Surrender. Hij werd ontvoerd, mishandeld en volgens het Openbaar Ministerie voor 5000 euro afgeperst nadat hij in conflict was gekomen met zijn clubgenoten. In de zaak zitten vier mensen vast. Volgens Miltenburg, die de aanpak van motorbendes leidt, hebben de organisaties “er haast een verdienmodel van gemaakt om mensen buiten te gooien, hen af te rossen en vervolgens af te persen.”

Miltenburg stelt dat het aantal ex-leden dat zich toch bij de politie meldt groeit, maar hij noemt geen cijfers. “Motorbendes kennen geen broederschap”, zegt hij. Volgens hem zijn het “ordinaire criminele bendes”.

(ANP)