Opinie

Sta geen doodsangsten uit: Groningen staat niet op instorten

27-02-2017 16:07

Er wordt een hoop enorm domme flauwekul gekletst, wat de Groninger aardbevings-soap betreft. De stad Groningen zou op instorten staan, omkukelende Martini-torens, Neder-tsunami’s, je kunt het zo gek niet bedenken of iemand heeft het verzonnen. Tegelijkertijd zijn er zo veel technische, complexe rapporten over de materie verschenen, dat mijn collega-journalisten door de bomen het bos niet meer zien. Hebben we nu te maken met zware aardbevingen, zoals het serieuze nieuwsprogramma Zembla en de TU Delft beweren, of is er iets anders aan de hand? 

Unieke Nederlandse clusterfuck

Ik ben onlangs in Noord-Groningen wezen kijken, op uitnodiging van een insider die liever anoniem blijft. In februari van 2014 maakte haar dorp twee aardbevinkjes mee. Eén van 3.2 Richter en eentje van 2.7. Bij die van 3.2 stond de binnenmuur van haar nieuwbouwwoninkje te schudden. Dat vond ik gek. Tot ze me liet zien hoe ronduit beroerd goedkoop haar huis gebouwd is. Niet zo slecht als die Jarino-woningen inmiddels gesloopt zijn, maar bad enough. Veel nieuwbouw in wingewest Groningen heeft daar overigens last van.

Als aardwetenschapper heb ik een simpele theorie over de Noord-Groningse ondergrond. Waarom die zo beeft, waarom er zoveel lichte schade is. Geen enkele hoogleraar aardwetenschappen wil deze theorie vooralsnog on the record bevestigen ‘omdat er nog te weinig bekend is’ en niemand zich eraan wil branden. Ook in technische rapporten en populair wetenschappelijke artikels komen telkens dezelfde vier of vijf mogelijke oorzaken terug, die allemaal even zwaar gewogen worden. Maar soms zijn dingen simpel. Zoals je kunt zien in het kaartje bovenaan dit stuk (‘special study soils’ betekent ‘we snappen dit nog niet, dit is een grensgeval’.), hebben we met Loppersum een unieke, typisch Nederlandse situatie gecreëerd, om niet te zeggen clusterfuck. En ik zeg gecreëerd, omdat we het van A tot Z zelf gedaan hebben. Moeder natuur heeft hier niets mee te maken gehad.

Sinds de jaren zestig hebben we met zijn allen voorzichtig geschat 1.500 kubieke kilometer aardgas opgepompt uit het Slochteren gasveld. Dat gas is vooral methaan, met wat spoortjes van andere gassen. Wat, zeg maar, je achterwerk uitkomt, maar dan zonder de stinkende zwavelgassen. Het Slochteren gasveld ligt drie kilometer onder de grond, en bestaat uit een half versteende laag woestijnzand van zo’n 300 meter dik, afgedekt met zout. Er is dus uit een reusachtige, ondergrondse tank een onvoorstelbaar grote bel gas, via onze gaspitten, als CO2 verdwenen ins blaue hinein. Daardoor zitten we nu met twee problemen.

  1. Omdat er van de originele 300 atmosfeer gasondersteuning weinig meer over is, en er drie kilometer sediment bovenop ligt, liggen de korrels in het half versteende woestijnzand niet meer lekker. Vergelijk het met een leeglopend luchtbed vol met erwten, waar iemand bovenop ligt. Dus de korrels gaan anders liggen. Dit veroorzaakt lichte trillingen, laat ik ze ‘zetbevinkjes’ noemen.
  2. Deze zetbevinkjes vinden deels plaats onder een grondsoort die zeldzaam is op deze planeet, en die we zelf gemaakt hebben: intens slappe poldergrond, waar zoveel water in zit, dat ze de consistentie heeft van een uitdrogende drilpudding. Grond die eigenlijk met water verzadigd hoort te zijn, maar al 200 jaar droog staat.

 

Zo aardbevingsgevoelig mogelijk

In augustus 2012 werd bij Huizinge een aardbevinkje van 3.6 Richter gemeten. Tijdens deze beving golfden volgens ooggetuigen akkers en bewogen huizen in het dorp centimeters op en neer. In de stad Groningen, slechts vijftien kilometer verderop, was dezelfde beving voornamelijk met seismografen waar te nemen. Er bestaat een theorie, die zegt dat het verschil tussen Loppersum en Groningen city vooral te maken heeft met de ondiepe bron van de bevingen (het gasreservoir ligt immers op slechts drie kilometer diep). Het lijkt me logischer dat het vooral komt, doordat Loppersum middenin de slappe poldergrond ligt, en Groningen stad niet.

In technische rapporten zoals Gebouwschade Loppersum, Deltares 2011 is tussen de regels door precies lezen wat ik bedoel. Als we op slappe grond bouwen in Nederland, heien we net zolang door het veen en de kleilaagjes tot we zand treffen, een stevige ondergrond. Dat is bijna niet te doen in Noord-Groningen. Daarom staan veel huizen niet op heipalen, maar op platen. Het huis van mijn insider ook. Palen of platen maakt trouwens niet uit. Als de aarde beeft en de grond schommelt, schudden de palen gewoon mee. De meeste huizen en boerderijen in en rond Loppersum zijn van baksteen. Zeeklei kun je namelijk bakken. Als bonus zijn de meest pittoreske boerderijtjes gevoegd met slappe kalkmortel. Werd van oudsher uit schelpen gewonnen. Als ik grond en gebouwtjes had moeten ontwerpen, die op een natuurlijke manier zo aardbevingsgevoelig mogelijk zijn, was ik waarschijnlijk met iets dat lijkt op Loppersum en omgeving op de proppen gekomen. Denk aan die boerderij van Annemarie Heite, van http://www.destillebeving.com/

Zetscheur of beefscheur

Dus er vallen scheuren. De echt opvallende zijn zetscheuren. Die zaten er al en zijn wijder geworden. Ooit bouwden de Groningers alles op terpen/wierden, anders kregen ze natte voeten. Vanaf 1811 is men gaan inpolderen en met baksteen op de natte klei gaan bouwen. Dat werd destijds beschouwd als een triomf. En er is goed aan verdiend: betere landbouwgrond dan zeeklei bestaat niet. Het Noord-Groningse Usquert was lang het rijkste dorp van Nederland. Ga maar kijken.

‘Hoe onze nationale gasboer tot 1993 een scheet van 1.500 kubieke kilometer kon blijven wegwuiven, is me een raadsel’

Maar op termijn schiet dat natuurlijk niet op. Als je grondwater wegpompt, drogen veen en klei uit. De boel krimpt en verzakt. Inklinking heet dat. Dat houdt niet. Al anderhalve eeuw voordat het Slochterense gasveld ontdekt werd, begon de gemeente Loppersum te verzakken. Bijna alle kerktorens staan er scheef. Ga maar kijken. Oude huizen en boerderijen hadden allang voor de gaswinning zetscheuren. Die ontstaan immers als de grond na de bouw verzakt, en er spanning in het gebouw ontstaat. Als er maar lang genoeg meer spanning op een materiaal staat dan het aankan, scheurt het. Net als een spijkerbroek. Als een gebouw verzakt komt de meeste spanning  op de hoeken te staan, dus daar krijg je de zetscheuren.

Loppersum is hier overigens niet uniek in. Op 23 november 2016 kopte Het Financieele Dagblad: ‘Zakkende steden moeten diep in buidel tasten.’ Volgens die krant kunnen de kosten van bouwen op een slappe ondergrond in dit land tot 2050 oplopen tot € 5,2 miljard. Loppersum is als het ware een soort snelkookpan, een fast forward waarin we te zien krijgen hoe spanning in gebouwen op slappe poldergrond zich ontwikkelt. Sinds de gaswinning daalt de bodem ook nog eens, maar dat is niet het grootste probleem. Vergelijk de schade in Loppersum maar met de schade in Groningen-stad.

Ik vind het overigens volkomen terecht dat de Groningers de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) melken tot ze blauw ziet. Hoe onze nationale gasboer tot 1993 een scheet van 1.500 kubieke kilometer kon blijven wegwuiven, is me een raadsel. Daarnaast — van de enorme smak geld uit het Slochterense weilandje van boer Kees Boon, die letterlijk in rook opgegaan is vond, tot aan de aardbevinkjes, maar één procent of minder zijn weg terug naar Groningen. Zuurder dan zuur, als je weet dat in de VS iedere boer een stukje van de winst opgepompt uit zijn grond krijgt. Quizvraagje: weet je welke Nederlandse stad als eerste een aardgasnet kreeg? Hilversum.

Dramaqueenland

Tot zover alles prima en duidelijk: heel veel gas wegpompen betekent heel veel lichte bevinkjes, die grote gevolgen hebben in slappe pudding-grond, met gebouwen die sowieso al aan het scheuren waren. Waar mijn insider en andere Noord-Groningers die ik sprak jeuk van krijgen, is het oeverloze drama in de media. Klopt, heel Noord-Groningen scheurt. Maar dat is vooral een financieel drama, en dat drama heeft een happy end. Het schuld-en-boete NAM-reparatiefonds lijkt for all practical purposes oneindig. (Vooral omdat het moet van de Mijnbouwwet natuurlijk.) Er is een bedrag van 1,2 miljard euro voor gereserveerd, maar burgemeester Rodenboog van Loppersum heeft al gezegd, dat als blijkt dat er meer geld nodig is, dit er gewoon komt. En hij kan het weten. Rodenboog werd in 2014 verkozen tot beste lokale bestuurder, vanwege zijn kortdate optreden wat NAM-centjes betreft.

Alle scheuren en scheurtjes in Noord-Groningen worden dus gratis gevoegd. Gebouwen die in de stutten staan worden opgelapt, of vervangen. Het dorp Loppersum straalt inmiddels van de goede zorgen. Volgens mij is er geen polderdorp dat er op dit moment zo goed onderhouden, scheurvrij bij ligt.  Ga maar kijken. Met andere woorden: de regio staat bij lange na niet op instorten. Laat staan heel Groningen. Denk weer even aan dat plaatje hierboven: ergens ter hoogte van Groningen-stad maakt de slappe poldergrond plaats voor stijve grond, dan is er weinig meer aan de hand.

Aardbevingen hebben een schaal, net als wind

Maar als dingen veel geld kosten in dit land, en nog nooit eerder vertoond zijn, zijn ze blijkbaar per definitie een groots en meeslepend drama. Misschien spreken daarom zowel het serieuze nieuwsprogramma Zembla als de TU Delft van ‘zware aardbevingen’. Zoek maar op. En iedereen kletst ze dom na. Ik snap dat niet. Aardbevingen hebben toch echt, net als windkracht, een officiële zwaarte-schaal, al in 1935 bedacht door een meneer Richter. 3.6 mag je echt niet meer dan ‘licht’ noemen. Je gaat toch ook niet met droge ogen beweren dat windkrachtje vier een zware storm is?

In 1992 deed een verschuiving in de Peelrandbreuk heel Roermond schudden. Dat was 5.8 op de schaal van Richter,  een ‘vrij krachtige’. ‘Zwaar’ begint vanaf 7.0. Dat hebben we hier sinds mensenheugenis niet meegemaakt. Ik was toevallig in Costa Rica in 1991, tijdens de Limon-aardbeving. Dat was er een van 7.7 Richter. Ik lag in bed te shaken en de volgende dag stak het koraalrif boven zee uit. Overal doormidden gescheurde wegen en ingestorte gebouwen. Maar omdat er bijna niemand dood was, haalde iedereen zijn schouders op en ging over tot de orde van de dag.

Dodelijk

Laten we daar iets van leren. Het is hier geen geen Costa Rica, geen Nieuw-Zeeland en zeker geen Kathmandu. De bevinkjes in Noord-Groningen zijn zet-bevinkjes. Er zijn geen breuken geactiveerd, dat is ook niet waarschijnlijk. Zeker niet nu de gaskraan dichtgaat. Dat zeg ik niet, dat heeft een team van internationale experts in maart 2016 vastgesteld. Datzelfde team heeft ook de meest krachtige aardbeving die in Groningen te verwachten is bepaald: 4.5 Richter. Dat is twintig keer zo licht als Roermond 1992.

Op 7 november 2016 deed een aardbeving van 5.0 Cushing, Oklahoma schudden. Wat ze in Cushing doen, is het ultieme nachtmerriescenario voor iedere Groninger. Ze injecteren daar afvalwater van fracken in de ondergrond. Dat smeert en activeert breuken. Cushing is, net als Loppersum, niet gebouwd op aardbevingen. Het was dan ook hommeles daar, instortende gevels, wegzakkend asfalt, gescheurde gasleidingen. Maar nog steeds: nul doden. Dus sta geen doodsangsten uit, wat het Staatstoezicht op de Mijnen ook roept. Wat ik wel zou doen, zeker als Noord-Groninger, is de toestand van je huis in kaart brengen en een nulmeting doen. Ik verwacht zelf geen 4.5. Maar als hij komt, gaat hij Loppersum raken. Zoals als een steentje een autoruit kan laten scheuren.

 

Dit is een korte bewerking van een artikel dat eerder verscheen in de Nieuwe Revu. Klik de link voor meer details.