De betere Egyptische democraat: president Morsi

01-07-2013 14:38

Op zondag 30 juni 2013 vonden er massale demonstraties plaats in alle grote steden van Egypte. Toch waren ze volgens schattingen niet van de omvang als bij de revolutie van januari 2011 toen het Egyptische woord “Maljoenijja” zijn betekenis waarmaakte en er echt miljoenen opeengepakt waren op Tahrir. Bovendien waren het twee types demonstraties: voor president Mohammed Morsi en tegen de president die afkomstig is van de Moslim Broederschap.

De islam

En daar zit hem dan ook de kneep: het in deze tijd toch al zo beladen woord ‘Moslim’. De president van bevindelijke islamitische huize kwam een jaar geleden aan de macht met een programma vol beloften: van het herstel van de economie tot het islamiseren van de Egyptische samenleving met inachtneming van de rechten van religieuze minderheden als de christenen die 10% van de Egyptische samenleving vormen.

Er was een Morsimeter om vast te stellen in welke mate de president in de eerste 100 dagen van zijn regering zijn beloften waar had gemaakt. Hij had immers zelf die termijn van 100 dagen gesteld.  En natuurlijk, dat kun je verwachten, viel het tegen. Veel beloften waren nog niet waargemaakt. Maar een aantal wel, en aan een aantal andere werd gewerkt.

Het is een Allahonmogelijke opgave om een land uit de modder te trekken dat 30 jaren lang stil heeft gestaan en verzonken was in corruptie, nepotisme en constant verval. Dat los je niet in een enkel jaartje op. Dat geldt dus ook voor president Morsi en zijn entourage. Bovendien is tot op de dag van vandaag onduidelijk wat de status en invloed van het parlement is.

Democratie

De grote vraag echter is of deze islamitische president een democraat is en zich aan de democratische regels houdt.

De politieke achterban en grootste partij van Egypte, de Partij voor Vrijheid en Ontwikkeling (let op de overeenkomst in naamgeving met de Nederlandse PVV) benadrukt op haar site en op Twitter keer op keer dat de president in de meest democratische verkiezingen ooit in Egypte is gekozen met iets meer dan de helft van de stemmen: 51,7%. Een typisch Westerse uitslag waar François Hollande tot president van Frankrijk werd gekozen met exact hetzelfde percentage en de Amerikaanse president Obama in zijn tweede termijn met 51%.

Het moge duidelijk zijn dat het land net zo verdeeld is als Frankrijk en Amerika in mensen die gepassioneerd voor en mensen die gepassioneerd tegen de president zijn.

De oppositie

De beweging Tamarud, ‘Rebel’, die een amalgaam vormt van mensen in Egypte die om verschillende redenen tegen de president zijn, organiseerde een handtekeningenactie tegen de president en beweerde er meer te hebben dan het aantal mensen waarmee de president gekozen was. De activiteiten van Tamarud culmineerden zondag 30 juni in de eerder genoemde grootse demonstraties. Er vielen helaas doden, partijkantoren van de Moslimbroederschap werden in brand gestoken en het ergste is dat vrouwen verkracht en aangerand werden in de drukte van de menigten, onder andere gesanctioneerd door de Egyptische prediker Abou Islam.

Tamarud eiste in zijn handtekeningenactie het aftreden van de president, velen in de straten van Egypte droegen borden met daarop in het Arabisch Irhal!, Vertrek! Maar de President bleef, en hij heeft gelijk ook.

De president desgevraagd

In een behartenswaardig interview met het Britse blad the Guardian laat de president terecht weten dat hij democratisch gekozen is, dat het eerste jaar erg moeilijk is, dat hij met een enorme erfenis van het vorige regime zit, en dat er nog drie zware jaren zullen volgen eer het volk via de stembus met hem kan afrekenen. Hij beklaagt zich erover dat de seculiere oppositie zijn meermalen uitgestoken hand tot dialoog niet aangenomen heeft, dat twee ministers afkomstig van de seculiere oppositie zijn kabinet verlaten hebben. Hij veroordeelt het weglopen van de verantwoordelijkheid van de oppositie. Roepen om vertrek is gemakkelijk, samen een oplossing zoeken is veel moeilijker.

De gang van een revolutie

In de rubriek het Twistgesprek in de Volkskrant van 27 juni verklaarde HIVOS-medewerker Hasan Kawa dat wat er nu gebeurde in Egypte geheel en al past in een proces dat uiteindelijk leidt tot democratie. En terecht. Een ‘goede’ revolutie begint met het wegjagen van de oude dictator en het ontmantelen van diens systeem, dan volgt een periode van chaos en soms zelfs terreur om –op termijn- te eindigen in een evenwichtig democratisch systeem waar het woord ‘crisis’ bovenhangt, omdat, zoals de Franse filosoof Claude Lefort terecht stelde de democratische strijd om de macht nu eenmaal altijd van crisis tot crisis gaat: net als dat het geval is in Nederland en in de Verenigde Staten.

Wat Morsi doet is niets anders dan vasthouden aan zijn mandaat; er is verder niets tegen dat de oppositie handtekeningenacties organiseert en zich luid en duidelijk laat horen. Overigens zegt Morsi in het Guardianinterview dat demonstraties legitiem zijn; onder Moebarak zou dat ondenkbaar zijn geweest. Maar als we dan een gele kaart mogen uitdelen, dan is dat aan de oppositie. De eis dat de president zou moeten vertrekken is niet realistisch. Zou hij weggaan, wie volgt hem op? Heeft de hopeloos verdeelde oppositie een geschikte kandidaat? De eeuwige Mohammed Baradei blijft ook maar roepen hoe verkeerd Morsi het allemaal doet, maar zich kandideren doet hij niet. Ook het stellen van ultimatums om af te treden haalt weinig uit. Tamarud eist namelijk dat de President voor dinsdag 2 juli 17 uur lokale tijd moet aftreden.

De oppositie doet er goed aan juist in overleg te treden met de president. Ze zou zich moeten realiseren dat hoe dichter ze bij de president zijn, hoe dichter ze ook bij de knoppen van de macht zijn.

De democratische moslimpresident

Mijn stelling is dat Egypte zich in een zeer turbulente fase bevindt, maar dat de geest van vrijheid uit de fles is, ik debiteerde dit vorige week  ook op BNR. De president doet er goed aan zijn handen te blijven uitsteken, zijn best te doen de economie op poten te krijgen en ervoor te zorgen dat extremistische moslims als Abou Islam geen platform meer hebben en de oppositie moet haar verantwoordelijkheid nemen. Dat zijn de regels van het democratische spel. En deze keer zijn het de moslimpolitici die het spel beter lijken te spelen dan hun seculiere opposanten. Waarvan acte.