Buitenland

In Memoriam: Nelson Mandela 1918 – 2013

05-12-2013 22:50

Februari 1985. 23 jaar had Nelson Mandela gevangen gezeten toen President P.W. Botha hem vrijheid bood. Zeventien van de 23 jaar had hij gesleten op Robbeneiland, waar hij zijn dagen eenzaam sleet op een matje in een stoffig, betonnen celletje van 2 bij 2 meter, met als enige afleiding slavenarbeid in de kalksteenklippen in de brandende zon. Mandela weigerde. Zijn vrijheid zou niets betekenen als de ANC, zijn politieke beweging, geen bestaansrecht had, stelde hij. In het woelige Zuid-Afrika van de jaren tachtig wilde Mandela zijn belangrijkste troef, zijn gevangenschap en de internationale verontwaardiging die ermee gepaard ging, nog niet uit handen geven. De pragmaticus Mandela wachtte tot het juiste moment, en behoedde zijn land daarmee – niet voor de laatste keer – van een burgeroorlog. Het is tekenend voor de man die vandaag op 95-jarige leeftijd stierf.

De Lastpost

Nelson Mandela heet eigenlijk geen Nelson, maar Rolihlahla, losjes vertaald ‘lastpost’. De naam Nelson is hem gegeven op de strenge Anglikaanse kostschool, waar hij zijn tienerjaren doorbracht. Het was een uniek kind, niemand in zijn familie had ooit ook maar enige vorm van onderwijs genoten. Toen hij op zijn 22e verplicht in zijn geboortestreek moest trouwen deed Nelson zijn échte naam voor het eerst eer aan. De jonge Mandela was in geïnspireerd geraakt door de Marxistische retoriek van twee anti-apartheidstrijders van het eerste uur, Walter Sisulu en Oliver Tambo, en vluchtte naar Johannesburg om rechten te studeren en zich verder vrij te vechten. Om zijn vrijheidsdrang kracht bij te zetten, werd Mandela een fanatiek bokser.

Maar zijn idealen vonden geen weerklank in de maatschappij om hem heen. Integendeel, de Zuid-Afrikaanse regering tuigde een radicaal segregatiebeleid op, waarin Mandela zich onderaan de maatschappelijke hiërarchie bevond. Apartheid was in 1948 een feit en Mandela sloot zich aan bij de African National Congress (ANC), de revolutionaire verzetspartij die streed tegen de gevestigde orde. Mandela’s ster steeg snel, zeker nadat hij de partij voorzag van een militante vleugel: Umkhonto we Sizwe, de ‘Speer van de Natie’. Mandela koos bewust voor geweld, geoorloofd geweld in zijn optiek. Geweld, dat hij later, veel later, af zou zweren, omdat de omstandigheden anders waren. Zijn arrestatie kon niet uitblijven en in 1962 werd hij veroordeeld tot een levenslange celstraf, ternauwernood de doodstraf ontlopend. Het apartheidsregime boekte een grote overwinning, maar de strijd was nog niet voorbij. Vanuit zijn cel bleef Mandela nauw betrokken bij het ANC, dat het zelfbewustzijn van de zwarte Zuid-Afrikaan steeds verder aanwakkerde, waardoor het verzet gestaag groeide. Ondertussen wachtte Mandela op het moment dat de strijd voltooid was, een moment dat ooit een keer komen zou.

De Regisseur

Hij wachtte tot op 11 februari 1990, toen hij met zijn toenmalig vrouw Winnie aan zijn zijde onder het oog van de wereld het gevangenisbestaan definitief achter zich liet.  Hij trof een diep verdeeld land, waar de Nationale Partij van F.W. de Klerk nog steeds de macht in handen had, maar waar de zwarte bevolking na jaren onderdrukking naar de vrijheid snakte. De situatie was echter verre van ‘zwart-wit’. Binnen ‘zwart’ schreeuwde een groot deel om bloeddorstige retributie, terwijl de nationalistische Inkatha Partij van de Zoeloes op oorlogspad tegen de Xhosa-stam van Mandela. Maar ook binnen ‘wit’ was de verdeeldheid groot. De Klerks liberale koers werd verafschuwd door een groot deel van de blanke bevolking, die steeds nadrukkelijker richting geweld en opstand neigden.

Er was in 1990 geen ruimte voor alle belangen in Zuid-Afrika, en het gevaar dat de belangen via een burgeroorlog opgeëist zouden worden hing in de lucht. Er was een regisseur nodig om balans te vinden. Die regisseur bleek Mandela.

Nog geen drie maanden na zijn vrijlating ging Mandela om de tafel met zijn voormalige aartsvijanden. De elf Akrikaners die namens de regering onderhandelden kregen van de man die ze 27 jaar gevangen hadden gezet een beschouwend college over hun eigen cultuur. Met bewondering sprak Mandela over de belangrijke rol die Afrikaners hadden gespeeld in zijn land, maar vooral ook zouden spelen in de toekomst. Hiermee kocht hij de vrede, maar zijn eigen achterban walgte. Zeker toen Mandela verhuisde naar een statige, blanke wijk in Johannesburg. Terwijl het blanke leger de geweren opborg, sleep de zwarte ANC haar speren. En weer bracht Mandela de balans terug. Toen de Klerk geen voortgang maakte met de beloofde democratische hervormingen legde zijn ANC het land plat met een grote staking. Mandela gooide olie op het vuur door de Klerk weg te zetten als ‘het hoofd van een onwettig minderheidsregime’. Ondertussen werd druk onderhandeld over de democratische transitie en hield Mandela met toezeggingen over baanbehoud voor blanke ambtenaren de Klerk aan boord. De grootste test kwam in 1993 toen de moord op Chris Hani en de bizarre, klunzige staatsgreep van de extreem-rechtse Afrikaner Weerstands Beweging de tegenstellingen verdiepten. Weer verkoos Mandela het landsbelang boven dat van zijn achterban. Hij vloog naar de VS en schudde op het bordes van het Witte Huis de hand van de Klerk, en nam terloops de Nobelprijs in ontvangst. Een jaar later, op 27 april 1994, stonden miljoenen Zuid-Afrikanen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de rij om, in veel gevallen voor het eerst, hun democratisch recht uit te oefenen. Zij kozen overweldigend voor Madiba.

De President

Dat Mandela geen dubbele agenda had, bleek tijdens zijn presidentschap. Waar het presidentschap in gedekoloniseerd Afrika bijna synoniem staat voor corruptie en machtsmisbruik, bleef Mandela zijn beloften trouw en ging hij verder met het verzoenen van zijn land. Vijf decennia had het zwarte volk geleden onder vernedering en geweld, en velen eisten vergelding. Maar Mandela realiseerde zich dat de vrede te broos was, de balans te precair, en koos voor waarheid als sociale lijm. In de Waarheidscommissie die hij instelde werd amnestie uitgeruild tegen volledige openheid van zaken en bekenning van schuld. De waarheidscommissie zou de geschiedenis ingaan als alternatief voor de ‘Nuremberg-methode’ om af te rekenen met het verleden. Welke methode beter is houdt academici tot op de dag vandaag bezig, maar in de context van Zuid-Afrika van midden jaren 90 was het naast een morele ook een gecalculeerde, pragmatische keuze, waarmee Mandela zich opnieuw onderscheidde als briljant strateeg. Desmond Tutu, hoofd van de waarheidscommissie stelde dat de ‘Rainbow Nation’ geboren was, en als in een Hollywood film werd het Zuid-Afrikaanse rugbyteam wereldkampioen. De blanke aanvoerder houdt de cup omhoog, de zwarte Mandela applaudiseert en in het hele stadion wapperde de nieuwe vlag. Niet voor niets maakte Hollywood inderdaad een (hele slechte) verfilming.

Na Mandela

Ook in zijn opvolging was Mandela pragmatisch. Thabo Mbeki was de man die Mandela weg had geleid van zijn socialistische ideeën. Mandela realiseerde zich dat de Zuid-Afrika zich opener op moest stellen naar bedrijven en investeerders. Om economisch te groeien in een globaliserende wereld, maar niet in de laatste plaats ook om de blanke gevestigde belangen niet té veel te schaden in een tijd van positieve discriminatie. Mbeki kreeg het als ietwat saaie technocraat met idiote ideeën over HIV/AIDS niet voor elkaar Mandela te evenaren, zeker toen Mandela langzaam uit het publieke debat verdween. De honeymoon van de rainbow nation was voorbij en oude tegenstellingen keerden langzaam terug. Mbeki heeft het stokje inmiddels overgedragen aan Jacob Zuma, in wie Mandela’s nalatenschap nóg minder zichtbaar is. Zuma is een laagopgeleide, trotse Zoeloe die het zwarte nationalisme weer nieuw leven inblaast, terwijl zijn belangrijkste tegenstrever Julius Malema zelfs Mugabiaanse trekjes aanneemt. Zuid-Afrika’s toekomst als vreedzaam, democratisch land is daarmee steeds minder zeker. Dat maakt de dood van Mandela, de man die bijna eigenhandig zijn land bij elkaar hield, extra wrang.