Weten & Tech

Mans En Garde: The Global War On Terror – voor dummies II

22-06-2014 18:00

gwotembleem2
 

Deel I beschreef hoe het Westen en haar bondgenoten in The Global War on Terror (GWOT) -subtiel uitgedrukt- niet helder gestructureerd en consequent handelen. En dat het identificeren van ‘de vijand’ lastig is. Zaken die het winnen van GWOT ernstig bemoeilijken, zo niet onmogelijk maken. Om Sun Tzu’s ‘ken uw vijand en ken uzelf, en u zult overwinnen’ af te kleden, tijd om het winnen uit te werken.

 

Winnen is?

 

-Een onconditionele overgave van de vijand

Zoals van nazi-Duitsland werd geëist. Daar er niet tegen vijandelijke natiestaten wordt gevochten, of hooguit selectief, is dit niet van toepassing. Mocht de mondiale moslimgemeenschap als vijand worden aangemerkt, is het een irreële eis. Al was het maar vanwege de bestaande universele waarde (op papier) van vrijheid van godsdienst. Je kunt het geloven in een god zot vinden, maar hoe zot dit ook moge zijn, de meerderheid van de mondiale bevolking gelooft, dus blijft het een gekoesterde universele waarde.

-Het verslaan van terreurgroepen en faciliterende landen

Faciliterende landen

GWOT mag dan belazerd worden uitgevoerd, het is wel het juiste oorlogsdoel. Met als eerste stap de faciliterende landen dwingen hun steun aan terreurbewegingen te staken -desnoods met militaire acties. Wat naast met name Saoedi-Arabië de wacht aanzeggen, eveneens de hand in eigen boezem steken betekent. Westerse landen steunen ook (potentiële) terreurbewegingen. Of het nu om directe steun aan als ‘moderates’ omschreven groepen gaat -zoals in Syrië en Libië indertijd- of om indirecte steun zoals het leveren van wapens aan landen waarvan men kan vermoeden dat ze het doorleveren aan terreurgroepen, het valt onder de noemer ‘faciliteren’. Er mee stoppen is noodzakelijk, maar kan de exportcijfers van landen negatief beïnvloeden. Wat zal het worden? Gaan voor GWOT, of gaan voor de wapenexport?

Terreurgroepen

De meeste door het Westen als terreurgroepen aangemerkte organisaties opereren veelal als guerrilla’s. Grotere groepen -zoals ISIS nu- krijgen soms momentum als lichte infanterie. Een axioma aangaande guerrilla-oorlog luidt dat regeringstroepen moeten winnen terwijl de guerrilla’s alleen niet hoeven te verliezen. Wat ‘verslaan’ in de praktijk uitroeien betekent. Soms valt of staat een beweging met een charismatische leider, en is eliminatie van deze persoon voldoende om het uit elkaar te laten vallen. Gaat het om bewegingen met een sterke ‘natuurlijke’ interne verbondenheid, zoals etnische en-of sektarische bewegingen, is dergelijke eliminatie minder effectief.

De guerrilla’s willen uitroeien kan echter sympathie (ook ‘thuis’) voor ze opwekken, met meer guerrilla’s om uit te roeien tot gevolg. Bovendien doet het Westen niet (meer) aan rücksichtslos uitroeien, dus deze victorie-optie valt af. In het Westen ontbreekt sowieso de wil om wereldwijd over te gaan tot search&destroy van als terreurgroepen geïdentificeerde organisaties. Wat invasies van nog meer landen betekent. Gezien het voorgaande is het effectief uitschakelen van alle terreurgroepen dus niet uitvoerbaar.

-Niet verliezen

De enige uitvoerbare optie die zo overblijft om te winnen, is het op zijn guerrilla’s ‘niet verliezen’. Om niet te verliezen moet het Westen zich dan richten op het beschermen tegen de vijand, en de strategie van het offensief bestrijden van de vijand laten varen. Arnold Karskens opperde ‘een hek er omheen’ bij K&B (wat de Midden-Oosten brandhaarden betreft). Een hek om de vijand is een idee, maar als je al miljoenen meer- of minder fanatieke aanhangers van de vijandige ideologie binnen het te beschermen gebied hebt, alleen zinvol als je hen interneert of deporteert. Gezien hun aantallen en de identificatieproblemen is interneren onuitvoerbaar. En, met de bestaande westerse consensus is deportatie evenmin een optie.

Zelfs als je denkt of hoopt dat deportatie erger zal voorkomen, kan een besluit tot deportatie eveneens direct tot de gevreesde burgeroorlog tussen moslims en niet-moslims leiden. Het maakt ook een bijkomende strijd tussen voor- en tegenstanders van deportatie mogelijk.

-Minder verliezen

Als er al een fase is geweest dat een overwinning ‘netjes’ behaald kon worden, is deze fase voorbij. Wat mijzelf betreft is het geen kwestie meer van of-, maar wanneer het een mega-bloedvergieten wordt tussen moslims en niet-moslims in Europa (en verder daarbuiten). Dat bloedvergieten gaan ‘we’ wel winnen. Ik noem dit echter geen winnen, maar minder verliezen.

Want een dergelijke oorlog wordt een elkaar afmaken tot er geen vijand over is om af te maken, of tot de een de ander volledig verdreven heeft (of met dwang en geweld is ‘geassimileerd’).

Het Westen ‘wint’ thuis omdat het daar getalsmatig sterker is. Hierbij maakt het Westen bovendien beter gebruik van de vrouwelijke hersens en spieren. Toch vijftig procent van het menselijke oorlogspotentieel. Het Westen wint omdat ze het meest bekwaam, het meeste wapentuig kan ontwerpen en bouwen. Het waarom hiervan speelt een cruciale rol.

Binnen de islam wordt een aanzienlijk deel van het collectieve (hersen)potentieel met religieuze bezigheden verspild. De islam leidt bovendien tot fatalisme (insha’allah), wat evenmin helpt. In westerse gemeenschappen, inclusief de strijdkrachten, speelt religieuze achtergrond (inmiddels mits niet-islamitisch) een kleinere of geheel geen rol. In bijvoorbeeld Irak, Syrië en Libanon zijn de strijdkrachten sektarisch gesloopt.

Het geheel maakt een maximale ‘concentration of forces‘ voor het Westen makkelijker.

(meer uitleg bij deze brookings.edu ‘must read’ van Kenneth Pollack. Een andere analyse bij brookings.edu is getiteld: The New Secterianism – .pdf)

 

Traditioneel komt (westerse) moed uit de fles, aka Dutch Courage (foto: www.blacktot.com)
dutchcourage

 

Het Westen vecht zelfs dronken ‘nuchterder’. Drank maakt het vechten verder soms dragelijker, soms makkelijker. Het nuchtere vechten in figuurlijke zin slaat bijvoorbeeld op het betere vermogen om de eigen zwakheden te erkennen en om aan zelfkritiek te doen. Het Westen heeft daarnaast minder last van ‘eer’.

Of het minder behoefte hebben aan theatrale vechtretoriek om heldendom te stimuleren een factor is, kun je over discussiëren, maar scheelt in ieder geval een hoop zum kotzen quatsch. Het streven naar heldendom staat in het Westen ook op een lager pitje. Martelarengejubel komt weinig (meer) voor. Bovendien is een lijk niet in staat ‘to fight another day’.

Je zou dus kunnen zeggen dat het Westen rationeler vecht. Iets wat we naar mijn idee veel meer moeten benutten, zo niet uitbuiten. Dus geen ‘respect’ meer. Vecht niet alleen tegen het irrationele, maar exploiteer het. Wat losse suggesties.

-Als ‘ze’ hun verstand verliezen door een cartoon, maak er honderdduizend.

-Als ze gek worden van het idee dat er varkens-DNA in hun chocola zit, besproei in passende situaties islamitische strijders of desnoods regio’s met Agent-SP (SUS POO -varkenspoep). Een dergelijk besproeien is minder terminaal dan wat generaal Pershing volgens verhalen begin vorige eeuw op de Filipijnen deed om islamitisch verzet te ontmoedigen.

-Met Agent-SP kan het rondjes draaien rond de zwarte steen in Mekka -het summum van geloofsbelijdenis- een ‘onreine’ ervaring maken in plaats van een reinigende en versterkende. De steen vernietigen maakt het zelfs een onmogelijke ervaring. Er mee dreigen of het doen is bovendien een passend antwoord op de vernielzucht die de islam zelf tentoonspreid naar andermans heiligdommen. Hun eigen ook trouwens.

Gebruik alle irrationaliteit van de vijand met alle middelen. Dit, zolang de middelen niet tegen de Geneefse Conventies ingaan. Agent-SP gebruik is wel vies oorlogvoeren, maar geen ‘smerige oorlog’ voeren. Voor zover oorlogvoeren op zich al niet de overtreffende trap van smerigheid is.

Machiavelli en Hurgronje

Tot slot kunnen Machiavelli en andere fantasierijke snoodaards uitkomst bieden. Het wordt dan wél bijzonder smerig. Als boze tongen gelijk hebben, is het dit al. Een opzettelijk steunen en faciliteren van soms de ene (terreur)beweging en soms de ander, houdt de islam -zoals we in Irak weer zien- bloedig met zichzelf bezig. Tenminste, zolang de strijders daar, dáár blijven. Ze elkaar af laten maken is voor het Westen prettig, maar maakt de gebezigde verheven ethische taal van westerse politici, hun streven naar het ‘brengen’ van vrede, voorspoed en democratie nog hypocrieter. Als hypocrisie echter overleven betekent, een bruikbare deelstrategie.

Nu zou u kunnen denken dat het allemaal toch niet zo ver hoeft te komen. Het hoeft toch geen ‘Never the twain shall meet’ (Kipling) te zijn? Misschien niet. Ik hoop het. Echt.

Christiaan Snouck Hurgronje‘s boek* Mohammedanism – Concerning the Origin of Islam (1916) kan inzicht bieden in een mogelijk nader tot elkaar komen. Met onderstaande passage bijvoorbeeld,

A vigorous combating of the prevelant fictions concerning Islam would have exposed a scholar to a similar treatment to that which, fifteen years ago, fell to the lot of any Englishman who maintained the cause of the Boers ; he would have been as much of an outcast as a modern inhabitant of Mecca who tried to convince his compatriots of the virtues of European policy and social order.

Hoe is het honderd jaar later? Iemand die het ‘opneemt’ voor de islam kan in het Westen tot in de hoogste kringen respectvol op bijval rekenen. Dit, naast hoon en kritiek, vooral van buiten deze kringen. En hoe zit het in Mekka? Dat de ‘heilige’ plaatsen daar, net als in Hurgronje’s tijd, nog steeds verboden gebied zijn voor infidels, lijkt me vooralsnog redelijk indicatief voor een antwoord op shall the twain ever meet?

 

* Het hele boek is lezenswaardig en kan online gelezen worden bij archive.org. Met name ‘The political development of Islam’ vanaf pagina 86, en ‘Islam and modern thought’ vanaf pagina 117 zijn interessant. Zowel om de tijdgeest te proeven -voor zover Hurgronje dit representeert- als om te zien in hoeverre islamitische stromingen gemoderniseerd zijn. Of sommige christelijke stromingen, daar Hurgronje ook hen regelmatig een spiegel voorhoudt. Verder beschouwde Hurgronje in het boek zijn tijd als ideaal om nader tot de islamitische wereld te komen. Mogelijk reden voor hem om nu minder kerstkaarten te krijgen vanuit sommige kringen.