Reportage

REPORTAGE: Kuzu en Öztürk openen nieuwe partijkantoor DENK

20-03-2016 11:00

De Groep Kuzu-Öztürk, die zich op 14 november 2014 uit de PvdA ontstond na een gierende aanvaring van Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk met Lodewijk Asscher over diens integratiebeleid, is getransformeerd tot een heuse politieke partij: DENK. Zaterdagmorgen was de opening van hun nieuwe partijkantoor te Rotterdam, en het was een mooie gelegenheid om eens te gaan kijken hoe de vlag erbij hangt bij deze ambitieuze nieuwe politieke partij. Het duo mikt bij de verkiezingen in 2017 op vijf zetels, en gezien de peilingen valt het voor de heren te hopen dat het nieuwe kantoor een boost geeft aan hun populariteit en bekendheid. In de peilingen staan ze op hooguit één zetel, ook al zal Öztürk mij na de openingsceremonie uitleggen waarom de peilingen hem niets zeggen.

DENKplein

Waar we voor kwamen: het pand. Men betreedt via een lichtblauwe (de DENK-huiskleur) loper de binnenplaats en daar is het DENKplein, met daaraan een industrieel aandoend gebouw met glazen dak en inpandige open werkruimtes op verschillende hoogten met deels glazen muren. Licht, ruimtelijk, ja, luxueus zelfs. Aan de achterzijde een tuintje dat Kuzuplaats is gedoopt. Als ik Öztürk later vraag of hij hier ook een straat heeft, ontkent hij dit lachend. “Niet jaloers?”, probeer ik te stoken. Maar nee, in dit voormalige architectenkantoor is alles pais en vree. Er is zelfs een stilteruimte. “Aha! Een gebedsruimte!” Weer vang ik bot: neen, het is beslist een stilteruimte, niet bedoeld om te bidden maar het kan er wel.

lint

Blauw lint knippen

Ik arriveer precies op tijd voor de openingsceremonie, die bestaat uit het knippen van een lichtblauw lint. Het lint wordt gespannen langs de volle breedte van de gevel. Alle aanwezigen, circa vijftig man, krijgen een schaar en mogen er een stukje af knippen en er een wens op schrijven. Mijn collega Jorn Jonker van de Telegraaf en ik worden door Öztürk uitgedaagd mee te doen. Een handreiking met een plagerige ondertoon: DENK heeft een hele poos niet met de Telegraaf willen praten omdat zij altijd schrijven over ‘de lange arm van Ankara’ en ook ondergetekende heeft zowel op GeenStijl, op deze site en in radiodebat meer dan eens de confrontatie gezocht met de prille partij. Ook na aandringen van Öztürk willen wij niet meedoen aan de openingshandeling van een politieke partij, het is journalistiek niet kies en bovendien betwijfel ik of het voor DENK zelf wel zo’n gunstige PR zou zijn, ook al is dat op zich niet mijn probleem natuurlijk.

Het hele openingsprogramma is als het nieuwe pand: het zit strak en gelikt in elkaar, er is overal een consequente lijn in te bespeuren, zowel inhoudelijk als visueel, en alles blinkt en straalt van optimistisch elan. Er zijn ronkende filmpjes. Eentje gaat over het ontstaan van DENK, een montage met een allengs aanzwellend heroïsch muziekje eronder. Er is een filmpje over het nieuwe kantoor, opgenomen met een drone die over de Rotterdamse skyline zoeft en dan zó via het DENKplein het hoofdkwartier in. Öztürk leidt ons virtueel rond op een opbeurende beat.

Kuzu

Lijsttrekker Tunahan Kuzu

Als de lijsttrekker wordt aangekondigd – het is voor niemand een verrassing dat dit Kuzu dat – roemt Öztürk hem als de man die de kar gaat trekken. Hij ziet hem vaker dan zijn echtgenote, zegt hij, ze werken dag en nacht samen. Uiteraard is er ook weer een filmpje, een montage van mediamomenten van de lijsttrekker en geïnterviewde soundbites. De muziek zwelt aan en wordt epischer en epischer, dan wordt het beeld zwart en de muziek schalt door, terwijl de man van de dag onder applaus naar het podiumpje loopt. Maar het applaus is beleefd en te kort, en de weg in het hagelnieuwe kantoor is langer dan gedacht: halverwege wat een triomferende opkomst had moeten zijn, is het geklap al uitgestorven. Lullig. De aanwezigen persen er nog een paar seconden applaus uit en dan staat hij er: de lijsttrekker Tunahan Kuzu.

Hij houdt een lange, maar bevlogen speech waarin ook de ‘verruwing, verrechtsing en verharding’ het weer moeten ontgelden, een speerpunt van de partij. Retorisch zit het wat clichématig in elkaar, met het opsommen van alle tegengestelde mensen die DENK moeiteloos politiek kan vertegenwoordigen: arm-rijk, oud-jong, etcetera. En het verplichte nummer dat hij hier niet staat voor zijn eigen eer en glorie maar vanwege zijn liefde voor Nederland. En dingetjes over de politiek als roeping. Hier staat niet de nieuwe Churchill, zullen we maar zeggen, maar Kuzu pakt punten op het overbrengen van overtuiging en oprechtheid.

plakkaat

Plakkaat van Verbinding

Dan de gimmick: hij laat een levensgroot Plakkaat van Verbinding op het podium tillen, geïnspireerd door het Plakkaat van Verlatinghe, en alle aanwezigen mogen tekenen. Hijzelf en Öztürk zetten een krabbel en dan is het tijd voor de pers om vragen te stellen. Farid Azarkan staat klaar met een microfoon om mensen het woord te geven. Het blijft stil. Öztürk: “Mevrouw Annabel is druk aan het schrijven. Geen opmerkingen?”
Het verhaal is mij tot zover volstrekt duidelijk, dus ik bedank beleefd. Dan de Telegraaf, met de vraag aan welke verkiezingen DENK gaat meedoen. Aan alle, luidt het antwoord. Gemeentelijk doet DENK in 25 steden mee en ze gaan ook Europees. Weer dringt Öztürk aan op mijn participatie, “ik kan het niet laten hoor”, zegt hij. Dat blijkt, maar ik heb geen idee wat hij nou precies wil. Dit is hun feestje, ik kom braaf verslag doen en mezelf informeren over zijn partij, moet ik dan nu inhoudelijk dingen gaan betwisten of een fel debat starten? Vreemd.

Een ANP-journaliste wil weten of het alleen over integratie gaat? “Nee”, zegt Kuzu, “wij zijn geen one-issue-partij.”
En hij somt veel andere issues op waarop DENK zich gaat profileren. Jorn Jonker van de Telegraaf vraagt naar de overname van de Turkse krant Zaman. Öztürk wordt fel, hij bespot de reporter en de vraag. “Wij praten hier over Nederland, hij maakt zich weer druk om Turkije. We hebben een hele poos niet met de Telegraaf willen praten hierom. Wij gaan niet mee in dit frame.” Kuzu stelt dat we eens moeten ophouden met wijzen naar andere landen. Jonker houdt vol: “Dus u wilt het overnemen van een krant niet veroordelen? Geeft u geen antwoord op de vraag?”
Kuzu geeft wel antwoord, maar niet op de vraag: hij herhaalt zijn eerdere punt.

kuzuplaats

Strijd tegen verruwing

Het is afgelopen en er is een borrel, met alleen frisdrank uiteraard. Ik raak met Öztürk aan de praat en vraag hem een op een waarom hij zo gestoken reageert op vragen over Turkije. DENK vroeg nota bene vorige week nog een minuut stilte voor de slachtoffers van de aanslag in Ankara? Ja, omdat terreur een wereldwijd probleem is, legt hij uit. Dat is zo, maar beperking van de persvrijheid ook. “Zaman bestaat nog, ze mogen alles schrijven wat ze willen!”, riposteert hij. Dan gaat het over Wilders, vrije meningsuiting en het ‘minder minder’-proces. Hij laat me een filmpje zien op zijn telefoon van de spreektijd van Wilders bij de regiezitting, waarin Wilders Öztürk citeert die hem een tumor noemde die bestreden moet worden. We zijn het er over eens dat ‘minder minder’ niet zo fris is, maar dat hij er zelf toch ook wat van kan. Aan de strijd tegen verruwing, verrechtsing en verharding refereer ik maar even niet.

Tenslotte krijg ik een persoonlijke rondleiding, we kijken uit een hoger gelegen vergaderzaal op de borrelende mensen beneden. “Vijf zetels?”, vraag ik. “Onze achterban is niet te peilen”, zegt Öztürk stellig. “Ze vullen geen polls in, ze zijn lastig te bereiken. Maar er gaat geen dag voorbij dat wij, en vooral Kuzu, op straat worden aangesproken, dat mensen selfies met ons maken, ons complimenteren. De peilingen zijn niet op onze manier van werken berekend.”

Onder een poortje van lichtblauwe ballonnen door loop ik naar buiten. DENK blijkt inderdaad, in meerdere opzichten, lastig te peilen.