Achtergrond

Duitse onderwijsminister teruggefloten door hoogste rechter om oproep tot boycot van AfD-partij

27-02-2018 16:04

Belangrijk precedent? De huidige Duitse CDU-minister van Onderwijs, Johanna Wanka, ‘heeft de neutraliteitseis voor leden van de regering geschonden met een persverklaring gericht tegen de AfD,’ aldus het constitutionele gerechtshof in Karlsruhe dinsdag. Met Wanka’s persbericht “Een rode kaart voor de AfD” heeft de CDU-politica ‘het recht geschonden van de AfD op gelijke kansen in de politieke concurrentiestrijd.’

‘De rode kaart moet naar de AfD’

In november 2015 publiceerde Wanka een persbericht op de website van het ministerie van Onderwijs, waarmee ze reageerde op de demonstratie-oproep van de AfD in Berlijn onder het motto “Rode kaart voor Merkel – Asielbeleid heeft grenzen nodig”. Wanka verklaarde toen:

“De rode kaart moet gaan naar de AfD en niet de bondskanselier. Björn Höcke en andere vertegenwoordigers van de partij voeden de radicalisering van de maatschappij. Rechts-extremisten die openlijk haat en geweld verspreiden, zoals de heer Bachman, het hoofd van Pegida, krijgen onaanvaardbare steun.”

‘Om de vorming van de politieke wil te waarborgen’

De belangrijkste overwegingen uit de uitspraak van het Hof in Karlsruhe:

‘In een vrije democratie onder de grondwet is de macht van de staat ontleend aan het volk, dat deze macht beoefend door middel van verkiezingen en andere stemmen, alsook via specifieke wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende organen. Dit vereist dat de kiezers hun oordeel kunnen geven in een vrij en open proces van meningsvorming.’

‘In deze context zijn politieke partijen van cruciale betekenis. Teneinde de openheid van de formatie van de politieke wil (van het volk, red.), zoals vereist onder de grondwet te garanderen, is het onmisbaar dat partijen, zoveel als mogelijk, op gelijke voet deelnemen aan de politieke competitie.’

‘Staatsorganen als zodanig moeten iedereen dienen en neutraal zijn’

‘Art. 21(1) van de grondwet garandeert politieke partijen niet alleen het recht van oprichting, vereniging en het deelnemen in de formatie van een politieke wil, maar ook dat zulke participatie gebaseerd is op gelijke rechten en gelijke kansen. Dit omvat ook het recht van partijen om bijeenkomsten en demonstraties te organiseren om te kunnen deelnemen in de politieke competitie.  Demonstraties zijn een belangrijk middel in het politieke debat – en voor oppositiepartijen in het bijzonder.’

‘Gelijke kansen om deel te nemen aan de formatie van de politieke wil van het volk vereist dat staatsorganen neutraal in de politieke strijd van de partijen zijn. De staatsorganen, als zodanig, moeten iedereen dienen en neutraal blijven.’

‘Het principe van neutraliteit verplicht de staat zich te onthouden van verklaringen die ten koste gaan van individuele partijen’

‘Zelfs als de overheid gebruik maakt van haar macht om te informeren en de relatie met het publiek te behouden, is dat geen vrijstelling van haar plicht het principe van neutraliteit te bewaken. Door middel van haar autoriteit en toegang tot staatsmiddelen, kan het de formatie van de politieke wil sterk beïnvloeden.’

‘Het principe van neutraliteit verplicht de overheid zich van uitlatingen en verklaringen te onthouden waarin zij een eenzijdig standpunt inneemt in het voordeel of ten koste van individuele politieke partijen.’

Er bestaat geen ‘recht op een tegenaanval’

‘Er is geen ‘recht op een tegenaanval’  dat staatsorganen toestemming geeft op dezelfde wijze te reageren op niet-objectieve en lasterlijke aanvallen.’

Over welke uitlatingen en verklaringen gaat het dan?

‘Een verklaring wordt in bijzonder geacht te zijn gedaan in de hoedanigheid van een officieel overheidsorgaan, als de bewindspersoon deze doet in officiële publicaties, persverklaringen, of op de officiele website van zijn of haar terrein van verantwoording, of als er staatssymbolen of nationale emblemen worden gebruikt.’