Binnenland

College Rechten van de Mens geeft toe: College Rechten van de Mens volstrekt overbodig

13-04-2018 10:57

PERSBERICHT

Het aantal vragen en meldingen over discriminatie bij het College voor de Rechten van de Mens is in 2017 met ruim een derde gestegen. Opvallend is dat mensen met een handicap of chronische ziekte zich steeds vaker melden met een vermoeden van discriminatie: 22% van de meldingen gaat hierover. Van de 4.259 meldingen en vragen gaat 35% over zwangerschapsdiscriminatie. Dat blijkt uit de Monitor Discriminatiezaken 2017 die maandag 16 april verschijnt.

Mensen met een beperking of chronische ziekte die een vermoeden van discriminatie hebben, melden zich steeds vaker bij het College. Zij beroepen zich hierbij op het VN Verdrag handicap, dat Nederland in 2016 heeft geratificeerd. Sinds de ratificatie kunnen mensen met een beperking behalve discriminatie op het gebied van wonen, onderwijs en werk, ook discriminatie bij de toegang tot goederen en diensten bij het College melden. Voorbeelden daarvan zijn toegang tot horecavoorzieningen en musea, maar ook toegankelijkheid van openbaar vervoer en het afsluiten van verzekeringen vallen hieronder. Steeds vaker melden mensen discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte zich bij het College: in 2017 810 keer.

Het College blijft streven naar het verwezenlijken van mensenrechten in Nederland. Gelijke behandeling is daar een belangrijk onderdeel van. Het melden van discriminatie is hierbij essentieel. Iedereen die zich gediscrimineerd voelt, kan het College vragen zijn of haar discriminatieklacht te onderzoeken en hierover een oordeel te geven. Het verzoek moet gaan over werk of het aanbieden van goederen en diensten, zoals onderwijs, wonen, uitgaan, zorg, financiële dienstverlening, vervoer of sociale bescherming.

Daarnaast moet het verzoek betrekking hebben op één van de ‘non-discriminatiegronden’ uit de gelijke behandelingswetgeving. Dat zijn gronden waarop niet gediscrimineerd mag worden: ras, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, politieke overtuiging, godsdienst en levensovertuiging, leeftijd, handicap of chronische ziekte, arbeidsduur en het hebben van een vast of tijdelijk contract. In 2017 werd 416 keer om een oordeel gevraagd, bij een vermoeden van discriminatie. Uiteindelijk oordeelde het College 161 keer, waarvan in 48% van de gevallen dat sprake was van discriminatie.

Dat melden bij het College zin heeft, blijkt uit het hoge opvolgingspercentage van 87%. Verwerende partijen zijn ook zonder dat zij daartoe juridisch verplicht zijn, bereid om maatregelen te treffen aan de hand van een oordeel van het College. Maatregelen die individueel en structureel van aard zijn: zo wordt de kans op discriminatie in de toekomst kleiner.

/PERSBERICHT