Onzalig Amsterdams idee: straatsissen en nafluiten strafbaar stellen

29-11-2016 14:41

In een land waar terreurbestrijding al voorzichtig moet trippeltenen om vooral geen gevoelens van kwetsracisme en stigmatisering op te roepen, wil men in de hoofdstad opeens wél helemaal zero tolerance gaan op de volstrekt ondefinieerbare en onbewijsbare ‘misdaad’ straatintimidatie.

Ondefinieerbaar ja, want wat is ‘straatintimidatie’ precies, als we de sowieso al strafbare zaken als aanraken en beledigen buiten beschouwing laten? Sissen naar vrouwen? Nafluiten? Roepen? Seksuele opmerkingen maken? Lekker vaag. Sissen, vooral een streepjesnederlandse kuddegedrag-hobby, is irritant. En van een heel andere orde dan een jolige vuilnisman die “goeiemorrege schat!” roept. Dat laatste vind ik wel vrolijk, en ik groet derhalve meestal monter terug. Maar, en daar gaan we al, er zijn ook zure mokkels die ieder woord en elke blik van welke man dan ook als intimiderend, kwetsend en/of ongepast beschouwen.

Vreugdeloos je muil houden

Dus wat is dan ‘straatintimidatie’? Houden we de norm van de snelst gekwetsten aan? Dat is vreugdeloos. Dat iedereen uit angst voor een hysterische aanklacht maar gewoon zijn muil houdt in de publieke ruimte. Bovendien, leer mij de hedendaagse assertieve Amsterdamse feminist kennen. Die is radeloos correct en deugend dus dit is wat er gaat gebeuren:

Die ene keer per week dat zij buiten de Marqt boodschapt en in zo’n leuk multiculti volkswijkje naar zo’n énig Turks kruideniertje gaat omdat de munt en de kikkererwten – en wat dat soort D66-mormels ook allemaal eten tegenwoordig – daar spotgoedkoop zijn, wordt madame tussen het bakfietsparkeren en de winkel binnen lopen, zo’n 14 x nagesist, (kk-) hoer genoemd en voor de voeten gespuwd. Ontluisterend maarja, daar over klagen is natuurlijk al snel racisme.

Kannibaliseren op de Ratiokwab

Ergens in die hersenpan wordt deze ervaring dan ook zorgvuldig ingesponnen in gedachten als ‘het is de cultuur’, ‘achterstandsmilieu’, en geparkeerd in het vakje ‘zelfbedrog & fatsoen’, een hersengebiedje dat D66-stadsvrouwen in vergrote vorm hebben en dat kannibaliseert op de naastgelegen Ratiokwab.

Treft dit type Amsterdammer, niet geheel toevallig exact het slag dat hyperassertief is als het gaat om gemakzuchtig feminisme voor de bühne (denk: roze speelgoed, vrouwenquota voor topbanen, 94 soorten kind- zorg- bevallings- en zoogverlof), echter een bouwvakker of stratenmaker die op volks-joviale wijze zijn waardering uitspreekt voor de looks van de deugmiep in kwestie, dan is de boot aan.

Tegen blanke mannen is het veilig schoppen

Zo’n vieze tokkie, wat denkt hij wel, dat vrouwen een lustobject zijn ofzo? Gelukkig staat de naam van zijn werkgever op zijn sweater of op zijn busje, dus dit gore seksisme zal gevolgen hebben voor de smeerlap. (Die geheid niet in groepsverband agressief gaat doen, tegen blanke mannen is het heel veilig schoppen en heel makkelijk de principiële feminist uithangen!)

Dus wat krijgen we dan?

Een stapeltje aangiftes om niks van aandachtszieke salonfeministen. Een paar geschandpaalde mannen. Een hashtag, te vrezen valt dat er een hashtag komt. Een evaluatie waaruit blijkt dat intimidatie van vrouwen een mannenprobleem is, en dat wij onze zonen nóg zitplassender moeten opvoeden en dat cultuur, religie of afkomst er vol-strekt niets mee te maken hebben. Een volkomen vertekend beeld van de daders; alleen tegen makkelijke doelwitten, zonder kans op racismeverdenking of tribale repercussies, wordt aangifte gedaan. En een compleet vertekend beeld van de slachtoffers; laat een lokambtenares eens gehoofddoekt door een paar kansenwijken lopen en ervaren hoe je vooral, nee, alleen hoofddoekloos steeds maar weer, overal en elke dag wordt nagesist.

Gelijkwaardigheid der seksen, iemand?

Dit onzalige voorstel gaat alleen maar een hoop gejank en papierwerk opleveren zolang we het probleem niet bij de wortel kunnen aanpakken: leer jongens mannen te zijn, leer meisjes vrouwen te zijn, en breng ze het doodsimpele Westerse principe van de gelijkwaardigheid der seksen bij. Opdat we in de openbare ruimte een beetje joyeus en galant met elkander kunnen omgaan, zonder agressief apengedrag en zonder truttige flirtvrees.